Hongarije heeft een ontwikkelde wijncultuur en een groot potentieel voor klassewijnen. De Hongaarse wijnbouw overleefde de nivelleringspolitiek van het communistische bewind in de decennia na de Tweede Wereldoorlog relatief goed, omdat kleinschalig privébezit van grond toegestaan bleef. Bij de herstart in 1990, na de val van het communisme, bleek dat een voordeel.
Hongarije kent een gevarieerde wijnbouw, verspreid over grote delen van het land, in veel verschillende gebieden en met een grote diversiteit aan druivenrassen. Het gaat daarbij om zowel typisch Hongaarse rassen als om internationaal populaire druiven die zich goed aan de lokale omstandigheden en het Pannonische landklimaat hebben aangepast. Beroemd was en is de witte, edelzoete Tokaj, naast de rode Egri Bikavér.
Verfijnde, aromatische droge witte wijn met de geur van bloemen, kruiden, laurier en noten. De smaak is zacht en mild, met een pittige afdronk. Uitstekende wijn bij royale visschotels of gevogelte.